Jezus

Eén keer heb ik Jezus ontmoet.

Hij stelde zich in de supermarkt aan ons voor. Ik heb mijn naam terug niet gezegd want ik was een beetje bang voor hem. Hij had opgezwollen armen met heel veel plaatjes erop en zijn ogen zagen eruit alsof ze net iets te ver open waren gesperd, waardoor de ballen er misschien uit konden rollen. Hij had heel weinig kleren aan, alleen een zwarte korte broek. Geen schoenen. Ik had van Opa en Oma wel eens gehoord dat Jezus over water kon lopen, en snapte wel dat je daarbij beter geen schoenen kon dragen, dus dat verbaasde me niet zo erg. Ook niet dat hij bijna bloot was, want op het kruisje bij Opa en Oma thuis is hij dat ook. Maar wat ik ook had gehoord van Opa en Oma, die voor het eten altijd voor hem bidden, is dat hij was doodgemaakt door mensen die bang voor hem waren en daarna weer was opgestaan uit de dood.

Ik vond het spannend om iemand te zien die was opgestaan uit de dood.

Ik verstopte me een beetje achter mijn vader, zodat de man mij misschien niet meer kon zien maar andersom wel. Maar hij bleef maar steeds naar me kijken, even kort, met die ogen. Ze twinkelden. Hij had een zware stem die wel met een kanon vanuit zijn borst naar buiten leek te worden geblazen, met veel kracht en veel lucht. Hij zei mijn vader dat hij misschien gered kon worden, hij wel, de meesten niet. Mijn moeder was doorgelopen, die had geen zin om met Jezus te praten. Geen zin om te worden gered.

Mijn vader na een tijdje geloof ik ook niet meer, dus hij zei vriendelijk dat hij boodschappen moest gaan doen.

In de gangpaden kwamen we hem nog een paar keer tegen. Dan lachte hij naar mij en mijn zusje. De laatste keer, bij de kassa, wilde hij ons een high five geven. Hoewel hij er met zijn gezwollen bovenarm en –borst uitzag alsof hij me met één pink naar de andere kant van de winkel zou kunnen high fiven, deed ik het toch, want ik vond hem aardig. Mijn zusje deed het ook. Daarna keken we elkaar trots aan.

Later hoorden we dat dit Jezus niet was, dat hij gek en gevaarlijk was en doodgeschoten door de politie.

Dat laatste vond ik zielig, dat eerste snapte ik niet. Hoe konden ze dat nou weten? Hoe weten ze dat ze niet Jezus hebben doodgeschoten, dat ze hem weer hebben vermoord, nadat hij uit de dood was opgestaan? En weer omdat ze bang voor hem waren? Door die stem en door die ogen natuurlijk… Maar eigenlijk was hij heel vriendelijk.

Ik hoop dat hij nog een keer op kan staan en iemand anders worden. Of hij ons nog redden kan, of waarvoor, dat weet ik niet.

 

Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.